- Details
- Categorie: Trainingen en cursussen - sport
Flyball
Flyball is een echte hondensport. Het bestaat, simpel gezegd, uit vier hekjes, een ballenapparaat, een balgekke hond en een enthousiaste baas.
De hond wordt geleerd om zo snel mogelijk over de vier hekjes naar het apparaat te rennen, het apparaat te bedienen zodat de bal tevoorschijn komt, en vervolgens vliegensvlug via de hekjes terug naar de baas te racen. Flyball is een teamsport, maar iedere combinatie krijgt individueel les. De ene hond leert het in een maand, de andere in zes maanden. Flyball vereist dus veel geduld van de baas, maar uiteindelijk zorgt het voor veel plezier voor zowel hond als baas.
Belangrijk om te weten: Voor Flyball zijn een aantal zaken onmisbaar, zoals een balgekke hond, een (tennis)bal, een tuig, veel geduld en enthousiasme. De hond moet minimaal 10 maanden oud zijn, sociaal zijn, en in staat zijn om los te werken. Daarnaast moet de bouw van de hond geschikt zijn voor rennen en springen.
De lessen:
Tijdens de eerste drie weken van het seizoen beoordelen de trainer(s) of de hond geschikt is voor de sport. Indien de trainer(s) tot de conclusie komen dat de hond niet geschikt is, dient de combinatie te stoppen met de cursus. Om iedereen de kans te geven Flyball te proberen, kun je een proeflesje afspreken met een van de trainers die Flyball-les geven.
De wedstrijden
Een wedstrijdploeg bestaat uit 6 combinaties (hond + begeleider), 1 ballenlader en 1 coach. Per wedstrijd geldt de regel dat van de 6 honden er maximaal 2 van hetzelfde ras mogen zijn. Kruisingen vallen onder het ras waarop ze lijken en bijvoorbeeld alle Belgische Herders worden tot 1 ras gerekend. Elke race wordt gelopen door 4 honden, steeds een ander combinatie van de 6 aanwezige. De coach bepaalt welke hond wanneer loopt en op welke plaats.
De taak van de ballenlader is om ervoor te zorgen dat elke hond de juiste bal krijgt op de juiste manier en tevens de hond verbaal zodanig te ondersteunen dat deze een maximale prestatie levert; dit is vele malen moeilijker dan iedereen denkt, want er zijn strikte regels waaraan een ballenlader zich te houden heeft. Afwijking van deze regels betekent dat de ballenlader afgevlagd wordt en de hond over moet lopen. Een slechte ballenlader vermoordt het team!
De coach bepaalt de samenstelling van het team, wie wanneer op welke plek loopt. Hij houdt de prestaties van eigen team en concurrenten bij, zorgt ervoor dat het team bij elke te lopen wedstrijd op tijd bij de juiste baan aanwezig is, motiveert zijn mensen en zorgt voor ondersteuning van de mensen in de wedstrijd. Hij houdt de tegenstander in de ander baan in de gaten, bepaalt hoe scherp er gelopen wordt en kijkt of de eigen honden correct gelopen hebben. De begeleiders dienen er voor te zorgen dat de honden optimaal de baan in komen, geplast en gepoept hebben, eventueel iets te eten en drinken hebben gehad. Als de honden eenmaal lopen dienen ze ervoor te zorgen dat de hond correct start en dat deze zo snel mogelijk de baan aflegt (lees: terugkomt).
Wedstrijden worden altijd in tweeën gelopen, een ochtendgedeelte en een middaggedeelte. 's Ochtends wordt alleen op tijd gelopen, elke wedstrijd bestaat uit 2 races en elke ploeg loopt tegen elke andere ploeg in dezelfde klasse. De 6 beste tijden van elke ploeg worden bij elkaar opgeteld en aan de hand van deze resultaten wordt de startvolgorde voor 's middags bepaald.